Een vijfkoppig monster vol oplossingen


Een vijfkoppig monster vol oplossingen

Met hun dataverzamelzucht en brute computerkracht beloven ze overal een oplossing voor. Maar het verzet tegen dat 'solutionism' van de grootmachten Google, Apple, Amazon, Facebook en Microsoft doen er goed aan. Zijn ze nog te stoppen? En moeten we dat willen?

TEKST FRITS VAN EXTER

ALFABET

ALFABET

HH

RICK KLAU (46) DRAAGT HET UNIFORM VAN ZIJN GILDE: T-shirt, jeans en sneakers. Dat hij medeverantwoordelijk is voor een investeringsfonds van zo'n twee miljard dollar moet je niet in de eerste plaats zien. Dit is tenslotte Silicon Valley, Californië, waar de multimiljonairs zich vermommen als student - beetje slordig, beetje nerdy. Verwarrend is than also again the large aantal Porsches en Tesla's op de parkeerplaatsen.

Klau is partner in Google Ventures, dochteronderneming van Alphabet. Het investeert in meer dan driehonderd technologiebedrijven 'die de grenzen van het mogelijke verleggen'. Total of these companies will roemless ten under going, some will this unique doing and outs to the million. Google profiteert in elke geval. Wie de portefeuille doorneemt, ziet een toekomst, data en brute computerkracht voor alles een oplossing beloven: transport, gezondheidszorg, landbouw, onderwijs, voeding, politiek, ontwikkelingssamenwerking, klimaat, ruimtevaart. Larry Page, een van de oprichters van Google: 'Als wij de problemen niet oplossen, wie dan wel?' En dus investeert het concern ook in onderzoek naar mogelijkheden om de dood uit te bannen, of in te te vertragen.

Ontwricht

Een bezoek aan Silicon Valley is al jaren een verplichte bedevaart voor wie de jongste zegeningen van technologie van nabij wil ervaren. Ik ben rijkelijk laat als ik me dit jaar aansluit bij een groep pelgrims uit de Nederlandse mediawereld. Mijn enige excuus is dat ik de afgelopen jaren te zeer in beslag werd genomen door de vraag hoe de technologische tsunami’s te overleven. Want als journalist heb ik één ding gemeen met boekhandelaren, uitgevers, reisagenten, taxichauffeurs, videotheekhouders, hoteliers en zoveel andere beroepsgroepen: onze nering is ontwricht door Silicon Valley.

Rick Klau en anderen maken ons duidelijk dat het nog maar het begin is. Het ‘Internet der Dingen’ is nabij, de software streeft de mens voorbij en dood gaan we ook niet meer. Als Klau afscheid van ons heeft genomen en op een van de vele fietsen in de vrolijke Google-kleuren is gestapt om elders de toekomst te bereiden, begint het piekeren. Hoe blij moeten we zijn dat hij al onze problemen gaat oplossen? Voert hij ons naar een wereld waarin ik wil leven? Of ben ik nu de onnozele boer die bang is dat de melk van zijn koeien zuur wordt door de eerste stoomtreinen die langs zijn weiland razen?

Imperfectie uitsluiten

Dit najaar luisterde ik in een volle aula van de Oude Lutherse kerk in Amsterdam naar Evgeny Morozov (33), een bekende criticus van het cyber-utopisme. Hij komt uit Wit-Rusland, zat een tijdje op de Stanford-universiteit, het academisch hart van Silicon Valley, en schrijft en spreekt nu alom tegen het solutionism, de hardnekkige gedachte dat alles goed komt in deze wereld als je technologen maar hun werk laat doen. Morozov weet dat mensen er niet echt van wakker liggen dat zij hun privacy hebben weggegeven en op hun omzwervingen op internet voortdurend meer data afdragen. Dat is de prijs die wij willen betalen voor alle diensten die het leven zo veel makkelijker en aangenamer maken. Hij probeert het daarom nu met de dystopische aanpak: als je de tech-jongens en hun geldschieters hun gang laat gaan, is dat het einde van vrijheid en democratie. Morozov vreest vooral hun streven naar ordening door alles terug te brengen tot het algoritmische beginsel van als-dit-dan-dat. De tech-bedrijven willen imperfectie uitsluiten, terwijl dat volgens Morozov de basis is voor vrijheid. Als we ons niet aan die mentaliteit onttrekken, schrijft hij in To Save Everything, Click Here, eindigen we ‘in een perfect gecontroleerd sociaal milieu dat tegenspraak niet alleen onmogelijk maakt, maar vermoedelijk zelfs ondenkbaar.’

Met voldoening heeft Morozov inmiddels vastgesteld dat meer mensen wakker zijn geworden. De Amerikaanse presidentsverkiezingen lijken een keerpunt te zijn geweest. Het besef dat technologie het mogelijk maakt om de democratie te manipuleren met desinformatie, is hard ingedaald. Facebook, Youtube (eigendom van Google) en Twitter staan opeens te boek als willige werktuigen van het Kremlin en andere sinistere machten. De bewondering voor Silicon Valley slaat om in onbehagen. Links en rechts klinkt nu de roep om regulering, het slechten van monopolies. Maar snel daarop volgt de vraag of het niet te laat is. Kan Victor Frankenstein zijn monster weer in het gareel krijgen?

APPLE

APPLE

TED THAI/POLARIS/HH

Geen verdienmodel

Het is tenminste een vijfkoppig monster. Alphabet (Google) is de sleutel tot alle kennis. Amazon is de winkel van alles. Facebook verbindt iedereen met elkaar.

Van een afstand lijken zij van elkaar te verschillen, maar wie dichterbij komt, ziet hoe zij naar elkaar toe groeien en elkaar beginnen te overlappen in data-gedreven toepassingen in elke denkbare sector van economie en samenleving. De klassiekere tech-reuzen Apple en Microsoft maken een vergelijkbare beweging. Binnenkort verdringen zij zich allemaal voor onze woningen om hun slimme ‘speaker’ te verkopen. In ruil voor onze laatste persoonlijke data kunnen wij dan beschikken over een apparaat dat alles met alles verbindt. ‘Goedemorgen, het is binnen uiteraard 20 graden, buiten is het 16 graden met enkele buien, dus neem je paraplu mee. Je eerste afspraak is om 9 uur op kantoor. Coby van de administratie is jarig, het bloemetje is al bezorgd. Ik zou via de A44 rijden want de A4 zit vast. En dan nu het belangrijkste nieuws…’

Deze Amerikaanse vijf, de Frightful Five, laten de rest ver achter zich. Zij hebben het geld (de gezamenlijke beurswaarde is bijna 3 triljoen dollars), de data en legers techneuten. Zij treden ver buiten hun oevers en slokken bedrijven op die een bedreiging of een belofte vormen. Zij bepalen de toekomst.

Het monster neemt tegengestelde gedaanten aan: mens en machine, hard en zacht, progressief en conservatief, vrijgevig en hebberig, empathisch en egocentrisch, goed en slecht. Zo kondigde Google dit najaar aan dat het een miljard dollar schenkt aan non-profit-organisaties die mensen helpen werk te vinden in de nieuwe economie. Je kunt dankbaar zijn, je kunt ook bedenken dat Google wel wat goede publiciteit kan gebruiken omdat het de oude economie bruusk onderuithaalt waardoor die mensen geen baan meer hebben. En Facebook en Google willen het internet naar de meest afgelegen streken op aarde brengen met drones en ballonnen. Een goede daad, of willen ze gewoon nog meer klanten?

Het is even complex als Rick Klau, die ons zegt dat de verspreiding van nepnieuws een groot probleem is voor de democratie om daar meteen aan toe te voegen ‘geen verdienmodel’ te zien in de bestrijding daarvan.

Als goede burger, zegt hij, betaalt hij voor zijn abonnementen op klassieke media, als investeerder van Google Ventures maakt hij ze kapot.

Als goede burger, zegt Rick Klau, betaalt hij voor zijn abonnementen op klassieke media, als investeerder van Google Ventures maakt hij ze kapot.

De Victor Frankensteins van deze tijd hebben één ding gemeen: een blind geloof in technologie en eigen kunnen. Journalist Franklin Foer schrijft in zijn recent verschenen boek Ontzielde wereld: ‘Wat Big Tech zo anders maakt, is dat het deze projecten nastreeft met een haast theologisch gekleurde innerlijke overtuiging. En dat maakt zijn inspanningen zowel wonderbaarlijk als gevaarlijk.’

De theologie van de technologie is extremistisch. Eerder werden in dit blad de totalitaire trekjes van het Facebookism van Mark Zuckerberg belicht (VN, 20 april 2017, zie vn.nl). ‘Zuck’ is inmiddels haast het gezicht geworden van alles wat mis is met technologie. Veertien jaar geleden zat hij nog te klooien op de universiteit met websites waarop je kon aangeven of je een afgebeelde studente ‘hot or not’ vond. Nu is hij 33 jaar, heeft zijn bedrijf met 2 miljard gebruikers een beurswaarde van 476 miljard dollar en staat hij elke dag in de media voor alle mogelijke ontsporingen op zijn netwerk. Hij kan nog zo hard roepen dat hij slechts een platform biedt voor mensen die zich met elkaar willen verbinden, zolang het nog mogelijk is via het geautomatiseerde ­systeem een advertentie te plaatsen op de pagina’s van mensen met interesse in het thema ‘Hoe Joden te verbranden?’, heeft hij een geloofwaardigheidsprobleem.

En Zuckerberg wil ons er juist zo graag van overtuigen dat Facebook ‘een kracht voor het goede’ is. Hij laat zich tijdens een zorgvuldig geregisseerde rondreis door het land op de foto zetten met ‘gewone’ Amerikanen. Hij schrijft lange manifesten en spreekt ons in videoboodschappen trouwhartig toe in zijn eeuwige grijze T-shirt (niet te hoeven nadenken over wat je zal aantrekken, bespaart volgens hem de energie die je kunt aanwenden om mensen ‘te dienen en te helpen met de beste producten en diensten’). Ja, er zijn problemen, beaamt Zuckerberg. Vervelende mensen maken misbruik van de wonderen van Facebook. Maar dat zijn er maar een paar temidden van honderden miljoenen goedwillenden. Ja, het kan beter en het gaat ook beter. Kijk maar naar de rimpelloos verlopen Duitse verkiezingen (sta even stil bij de gedachte dat we blij mogen zijn dat de democratie in ons buurland nog functioneert dankzij de baas van Facebook). Maar Facebook zal nog meer doen om de slechte krachten te bestrijden. Hoe? Door de algoritmes te verbeteren. Technologie is volgens Zuckerberg kennelijk het antwoord op alles, ook op de problemen die technologie veroorzaakt.

AMAZON

AMAZON

PAUL SOUDERS/GETTY IMAGES

Je eigen raket

Jeff Bezos van Amazon is zich al langer bewust van de risico’s van het succes. Dat komt misschien doordat hij niet zo bezig is met ‘het goede willen doen’. Hij is in de eerste plaats een gedreven zakenman, die vooral op de lange termijn denkt. Zijn methode is even simpel als meedogenloos: veel verlies maken om snel te kunnen groeien. Hoe groter je bent, hoe meer je je leveranciers kunt uitknijpen. Als een concurrent je in de weg zit, verlaag je je prijzen net zo lang tot hij omvalt. Houd je eigen kosten laag door zo veel mogelijk te automatiseren, de laagste lonen te betalen en de vakbonden buiten de deur te houden. Na de recente overname door Amazon van de warenhuisketen Whole Foods zitten de kruideniers van Amerika in spanning te wachten op de ontwrichting van hun bestaan.

Brad Stone schrijft in The Everything Store dat Bezos zich zorgen maakt over het imago van deze ultieme Winkel van Sinkel. Hoe voorkom je dat Amazon, naarmate het groter wordt, minder geliefd en meer gevreesd wordt? Amazon moet net als Apple vooral cool zijn. Methodisch als hij is, maakte Bezos lijstjes met dingen die wel en niet cool zijn. ‘Missionaries are cool, mercenaries are not.’ Mensen met een missie verdienen bewondering, huurlingen niet. ‘Het is niet genoeg om innovatief te zijn. Klanten moeten ook zien dat je een pioniersgeest hebt, dat je visionair bent.’

Misschien is dat ook de reden dat Bezos, net als Elon Musk van Tesla, een eigen ruimtevaartbedrijf heeft. Veel cooler dan je eigen raket bestaat niet. Uiteindelijk gaan we allemaal naar Mars en intussen verkopen wij u het een en ander. Daarbij weet onze slimme software wat u wilt bestellen voordat u het zelf weet.

De mens dient de robot

Internettechnologie was lange tijd vanzelfsprekend cool, ook door de associatie met de Californische hippiecultuur. De lijn van vrije liefde naar het duimpje omhoog op Facebook is kort. Het wereldwijde netwerk werd omarmd als hét middel om alle bewoners op deze aarde met elkaar te verbinden, vrede te stichten, honger uit te bannen, vrijheid, kennis en rijkdom te verdelen in een global village. Hacken is goed, auteursrechten zijn slecht, alle software moet vrij zijn en privacy is nergens voor nodig in een wereld waarin iedereen vrij en open kan zijn. De Arabische Lente leek het bewijs. Alom sprak men over de opstand van de Facebook- en Twitter-generatie. En het gezicht was niet een Tunesische fruitverkoper die het niet meer pikte, maar Wael Ghonim, een Egyptische marketingmedewerker van Google. De bazen van de grote tech-bedrijven mochten in 2011 persoonlijk de felicitaties in ontvangst nemen van de wereldleiders op de G-8- top in Deauville. Zij grepen op hun beurt de gelegenheid aan om op het hoogste niveau te lobbyen tegen regulering. Want hoe vooruitstrevend ze in Silicon Valley ook zijn, ze hebben een hekel aan belastingen en overheidsbemoeienis. En ze zijn ervan overtuigd dat regeringen niets begrijpen van hun mooie werken. Het liefst onttrekken ze zich aan de overheid.

Een ontgoochelde Ghonim concludeerde zelf later dat de sociale media net zo goed kanalen zijn voor het verspreiden van desinformatie, het zaaien van tweedracht, het scheppen van chaos en het aanzetten tot haat. ‘Hetzelfde middel dat ons bijeenbracht om de dictators ten val te brengen, verscheurde ons.’ En toen moesten de eerste onthoofdingsfilmpjes nog komen.

De vrije revolutie was al eerder gesmoord in geld.

Het bleek zo makkelijk om rijk te worden met sociale media. Aandacht is goede handel. Data maken precisiebombardementen met advertenties mogelijk. Wie niet betaalt voor alle diensten van Google en Facebook, moet accepteren dat hijzelf het product is geworden. Als jij zo nodig moest rondneuzen op sites voor vriezers, zul je tot in de diepste krochten achtervolgd worden met aanbiedingen voor die kisten. En als je dan niets koopt, ben je in elk geval goed voor het leveren van data. Zo moet je vaak foto’s met verkeersborden en voertuigen aanvinken. Je denkt dat het nodig is om te bewijzen dat je geen spammende robot bent, maar in werkelijkheid voed je de databases met informatie voor zelfrijdende auto’s: zo leren zij wat een tegenligger of een verkeersbord is. Het is de omgekeerde wereld: de mens dient de robot.

FACEBOOK

FACEBOOK

ROBERT DURELL/POLARIS/HH

Closer together

Terug naar de excursie eerder dit jaar. Amazon en Microsoft mogen hun hoofdkantoren in de staat Washington hebben, maar de grootste concentratie technologie en geld is nog altijd in Silicon Valley. Op een donderdagmorgen voert de bus ons van San Francisco naar Menlo Park, waar de investeringsmaatschappij Andreessen-Horowitz is gevestigd in een complex van villa’s in Mexicaanse stijl: veel terracottatinten en palmbomen. Het is het bekendste adres voor wie in Silicon Valley probeert investeringsgeld op te halen voor zijn ongetwijfeld briljante tech-idee. Van Marc Andreessen is de slogan: ‘Software vreet de wereld op’.

Ter ere van het bezoek presenteert partner James Kissel vier bedrijven die hun verhaal mogen doen. Slack is de bekendste, de app voor online werkende teams. Dan volgt Instart Logic, waarvan ik niets begrijp: ‘It combi- nes machine learning, virtualization and open Apis with a content delivery network (CDN) for global delivery.’ Het bedrijf Gister is een platform voor wie de beste mensen wil inhuren voor zijn programmeerklussen. En er treden twee oudere heren van Rabbit aan: ‘Kent u dat probleem dat je vriend of vriendin in een andere stad ver weg zit en dat je samen naar een film op Netflix wilt kijken? Hoe irritant is het niet dat het nooit echt synchroon is?’ Vraag niet hoe, maar daar hebben ze algoritmisch iets op gevonden. En er zijn nog meer toepassingen: samenwerken met anderen op afstand, de jarige moeder gezamenlijk toezingen vanuit verschillende plekken.

Daar hoort natuurlijk ook weer een idealistische mission statement bij: ‘We’re bringing people closer together.

Het kan een flop worden, het kan miljoenen opleveren.

Verhandelbare datasets

Het snelle geld stuwt beginnende tech-bedrijven in korte tijd op. Zo kon Uber bijna van de ene dag op de andere de taxibranche in verschillende steden ontwrichten omdat het miljarden kreeg van investeerders die de hoogste rendementen verwachtten. Die onstuimige groei was overigens nauwelijks te beheersen. Oprichter Travis Kalanick bleek een bruut met oncontroleerbare grootheidswaan. Het bedrijf voerde op alle fronten oorlog en raakte in zo’n ernstige bestuurscrisis dat Google Ventures nu zwaar wil investeren in concurrent Lyft, dat een beter, menselijker imago heeft.

De sociale media zijn net zo goed kanalen voor het verspreiden van desinformatie, het zaaien van tweedracht, het scheppen van chaos en het aanzetten tot haat.

Genoeg. Wij weten nu dat het fout gaat omdat wij ons gedragen als robots waar weinig kunstmatige intelligentie aan te pas is gekomen. Wij moeten ons losmaken van onze schermen om de werkelijkheid te zien.

Wij moeten meer willen zijn dan producten, verhandelbare datasets, in handen van behoorlijk gestoorde nerds die denken te weten wat goed voor ons is. Wij lezen de woorden van Franklin Foer: ‘De tijd is gekomen om over de gevolgen van deze monopolies na te denken en de richting van de menselijke ontwikkeling weer zelf te bepalen.’

Het klinkt goed, maar hoe doen wij dat? Op dit moment biedt vooral de Europese Unie weerwerk. Ze legt forse boetes op aan tech-bedrijven voor het ontwijken van belastingen en oneerlijke concurrentie. Tegelijkertijd dringt ze steeds harder aan op zelfregulering van sociale media om de verspreiding van haat tegen te gaan. Het Duitse parlement heeft in juni een wet aangenomen waarin sociale media bestraft worden als zij extremistische boodschappen niet binnen 24 uur verwijderen. Ook in de VS is de druk inmiddels zo hoog dat Mark Zuckerberg en zijn collega’s van Twitter en YouTube meer mensen (!) inhuren om de inhoud te helpen modereren. Dat roept natuurlijk ongemak op over mogelijke beperkingen van de vrijheid van meningsuiting – we weten hoe China de sociale media reguleert. Maar de winst is toch dat sociale media niet langer kunnen volhouden dat zij slechts een platform zijn; schoorvoetend aanvaarden zij medeverantwoordelijkheid voor wat zij verspreiden.

DOUG WILSON/CORBIS/HH

Niet bang voor zure melk

Je komt er niet met regels en boetes. Big Tech is te groot, het gaat te hard en we zouden het ook niet willen missen. Tim O’Reilly, auteur van WTF, What’s the Future and Why It’s Up to Us, waarschuwt ons dat wij het kind niet met het badwater moeten weggooien. ‘We zijn op een gevaarlijk moment in de geschiedenis beland,’ schrijft hij. ‘Inkomensongelijkheid en het tempo van technologische verandering veroorzaken een populistische tegenreactie, gekenmerkt door verzet tegen de wetenschap, wantrouwen tegen overheden en angst voor de toekomst, waardoor het nog moeilijker wordt de problemen op te lossen die we hebben gecreëerd.’

O’Reilly gelooft dat technologie de mens kan verbeteren, maar dan wel op een veel minder vage manier dan Zuckerberg. Echte kunstmatige intelligentie is nog ver weg, maar mensen maken al gebruik van systemen die meer kunnen dan zijzelf. Zo kan een dokter scherpere diagnoses stellen omdat hem razendsnel de weg wordt gewezen in een database van miljoenen röntgenfoto’s. En natuurlijk zullen velen vrezen voor hun banen als de zelfrijdende auto de weg opgaat, maar hoe denk je dat vliegtuigen tegenwoordig hun bestemming bereiken en hoe stippel je tegenwoordig zelf je route uit naar een onbekend adres? O’Reilly wil maar zeggen dat wij al lang veranderen. En niet alleen in de verkeerde richting.

O’Reilly verdient zijn geld met het uitgeven van boeken en het organiseren van seminars voor al die datahamsteraars. Hij is een van de weinige autonome denkers die tenminste weten wat programmeren is. Hij is kritisch en bezorgd, maar gaat niet mee in de dystopie. Technologie biedt volgens hem de unieke kans de vaardigheden van de mens uit te breiden.

Zuckerberg en zijn collega's moeten van ons horen wat wel en wat niet kan. Het zijn tenslotte ónze data, het is onze toekomst, ons internet.

Regels en boetes zijn nodig, maar belangrijker nog is het om de angst te overwinnen en te proberen te begrijpen hoe de wereld verandert. Als je mensen als Zuckerberg hoort, begin je te vermoeden dat hij zelf eigenlijk ook niet weet wat hij teweegbrengt. Hij en zijn collega’s hebben net zo goed een sturende hand nodig. Zij moeten van ons horen wat wel en wat niet kan. Het zijn tenslotte ónze data, het is onze toekomst, ons internet. Laat The Big Five ons om te beginnen meer controle bieden over de instellingen. Belazer ons niet langer met ‘slimme’ advertenties. Laat ze normaal belasting betalen. En laat ze stoppen met al die geheimzinnigheid over hun recepturen. Het kan niet zo zijn dat iemand eerder een hypotheek of een donororgaan krijgt op basis van oncontroleerbare codes, uitgeschreven door een twintigjarige nerd, die nog geen idee van het leven heeft. De boer moet niet zijn koeien op stal zetten omdat hij bang is voor zure melk, hij moet op de trein springen. Hij wil ook weleens naar Parijs of – om te beginnen – Medemblik. Die koeien kunnen intussen prima door een robot worden gemolken.

De sleutel tot alle kennis

ALPHABET is het moederbedrijf van Google, in 1996 begonnen als zoekmachine, nu verkoper van advertentieruimte via allerlei gratis onlinediensten die het zelf heeft ontwikkeld of overgenomen, zoals het videokanaal Youtube. Het concern breidt zich snel uit door overnames in de tech-sector. Met Android heeft het een eigen besturingssysteem voor telefoons en tablets. Het bedrijf loopt voorop in de ontwikkeling van zelfrijdende auto’s. De beurswaarde is 645 miljard dollar. Oprichters Sergey Brin (rechts op de foto, 39 miljard dollar waard volgens Forbes) en Larry Page (links, 40 miljard waard) zijn nog steeds actief in het bedrijf, dat geleid wordt door Eric Schmidt (12,5 miljard waard). Brin en zijn vrouw doneren veel aan goede doelen, waaronder onderzoek naar de ziekte van Parkinson, waar Brin zelf genetisch aanleg voor heeft. Het oude motto van Google voor de werkvloer luidde: ‘Don’t do evil.’ Larry Page: ‘We zijn misschien nog maar op 1% van wat mogelijk is.’

De betermakers

APPLE (1976) is sinds de lancering van de laatste reeks nieuwe producten weer geliefd bij beleggers. De beurswaarde is 791 miljard dollar. Apple produceert zowel hardware als software, maar verkoopt ook onlinediensten aan derden en produceert films. Onder medeoprichter Steve Jobs (foto) streefde het bedrijf lange tijd naar een gesloten systeem waarin alles (computer, telefoon, tablet, tv, horloge) van Apple moest zijn en op eigen software moest draaien. Dat veranderde met de iphone waar anderen hun apps op kunnen verkopen. Na de dood van Jobs in 2011 werd Timothy Cook de baas. Cook zou volgens Time tenminste 625 miljoen dollar waard zijn. ‘Sommige mensen zien innovatie als verandering, maar zo hebben wij het eigenlijk nooit gezien. Innovatie maakt dingen beter.’

De winkel voor alles

AMAZON is door oprichter Jeff Bezos vernoemd naar de langste rivier ter wereld. Wat in 1994 begon met boeken, is nu hard op weg de wereldwijde online winkel voor alles te worden. De grootste troef: met één klik is je bestelling gedaan en je kan het dezelfde dag in huis hebben. Laatste aanwinst: de (fysieke) winkelketen Whole Foods Market (voor 13,7 miljard dollar). Amazon levert ook webdiensten, verkoopt eigen hardware en produceert films. De beurswaarde is zo’n 450 miljard dollar. Het vermogen van bestuursvoorzitter en directeur Jeff Bezos (foto) wordt geschat op 72 miljard dollar. Hij is eigenaar van The Washington Post. Naar eigen zeggen investeert hij jaarlijks 1 miljard dollar in zijn ruimtevaartonderneming Blue Origin. Bezos heeft laten weten interesse te hebben in goede doelen die op korte termijn gerealiseerd worden. ‘Als je geen kritiek wilt,’ zegt Bezos, ‘doe dan in vredesnaam niets nieuws.’

De verbinder

FACEBOOK (2004) claimt dat er zo’n 2 miljard mensen bij het sociale netwerk zijn aangesloten – 1,3 miljard zouden er dagelijks gebruik van maken. De beurswaarde is, vooral dankzij advertentie-inkomsten, 476 miljard dollar. Het bedrijf heeft grote aankopen gedaan om zijn dominante positie in sociale media te versterken: Instagram, Whatsapp en Oculus (toepassingen voor virtuele werkelijkheid). Mede-oprichter Mark Zucker­berg (foto) heeft aangekondigd dat hij en zijn echtgenote 99 procent van hun vermogen (56 miljard) aan goede doelen zullen schenken. Facebook is het enige tech-concern met een vrouw in de top: Sheryl Sandberg (1,5 miljard). Net als Zuckerberg wordt zij getipt als toekomstig presidentskandidaat. Het oude motto van Zuckerberg: ‘Move fast and brake things. Als je geen dingen kapot maakt, ga je niet hard genoeg.’

De oudste

MICROSOFT (1975) is het oudste concern. Het is in de eerste plaats een software-onderneming bekend van Office, maar ook van de gameconsole Xbox. Beurswaarde: 564 miljard. Mede-oprichter Bill Gates (foto) is een van de initiatiefnemers van ‘de gelofte te geven’, waarin de allerrijksten van de wereld het grootste deel van hun vermogen afstaan aan goede doelen, vooral ter verbetering van de gezondheidszorg in arme landen. Gates zou ruim 86 miljard waard zijn. De huidige baas Satya Nadella wil het bedrijf verder verbreden.

Microsoft nam in 2016 het zakelijke netwerk Linkedin (467 miljoen gebruikers) over voor 26 miljard dollar. Het bedrijf investeert veel in de ontwikkeling van de quantumcomputer, die de huidige generatie computers in snelheid ver achter zich moet laten. Nadella: ‘Onze industrie heeft geen respect voor traditie, alleen voor innovatie.’